Skip to main content

De donkere kant van goud

Geschreven door: GoudAdvies.be

Publicatie datum: 5 december 2023

Velen denken dat slavernij in de goudmijnen alleen voorkwam tijdens de koloniale overheersing in Afrika, of in de tijd van de conquistadores. Helaas moeten we dat beeld bijstellen. In sommige gebieden in de wereld is gedwongen arbeid in de goudindustrie nog dagelijkse praktijk.

Handmatig goud delven

Goud wordt wereldwijd in meer dan 70 landen gedolven en 90% van de mijnwerkers – zo’n 25 miljoen mensen – delft dit goud handmatig. Dat gebeurt vaak in afgelegen gebieden waar veel armoede heerst. Mijnwerkers werken vaak voor een minimumloon en hebben geen andere keus omdat zij hun familie moeten onderhouden. Sommige goudmijnen liggen in conflictgebieden. Dit zijn allemaal factoren waardoor deze mensen kwetsbaar zijn voor uitbuiting.
Zo werden onschuldige mensen die in de Great Lakes regio in Afrika wonen, gedwongen om goud te delven om gewelddadige rebellengroepen te financieren.

Schuld-afhankelijkheid

Iets wat minder bekend is, maar zeker zo onrechtvaardig, is de situatie van mijnwerkers die slachtoffer zijn van schuld-afhankelijkheid. In zulke gevallen hebben de mijnwerkers grote schulden bij degenen die het land en het materiaal bezitten en ze vragen onrechtvaardige prijzen om de mensen zo jarenlang te gijzelen. Wanneer mijnwerkers proberen te vertrekken voordat zij hun schuld hebben afbetaald, worden zij blootgesteld aan ernstige bedreigingen.

Vrouwen en kinderen

Ook vrouwen en kinderen zijn soms nog slachtoffer van deze vorm van moderne slavernij. Ze werken dan in de mijnen of in huishoudens in de omgeving als hulp in de huishouding, soms zelfs zonder loon te krijgen. Doordat het in veel regio’s verboden is voor vrouwen om in een mijn te werken, hebben zij vaak geen alternatief. Ook kinderen lopen gevaar. Hoewel oudere kinderen soms in groepen familie werken met wat lichtere arbeid, komt het nog steeds voor in sommige mijnen dat kinderen vanaf 5 jaar oud worden gedwongen om gevaarlijk werk te doen onder de grond, of om goud met (giftig) kwik te behandelen. Rapporten van de International Labour Organization – opgericht door de Verenigde naties – wezen uit dat deze kinderen vaak uit minderheden en sociaal buitengesloten groepen komen. Jonge jongens worden door zogenaamde traffickers aan mijnbazen verkocht als goedkope arbeidskrachten. Ze zijn gewild als mijnwerkers omdat ze klein genoeg zijn om in de smalle tunnels ondergronds te werken.

‘Op weg naar Goed Goud’

De mijnen liggen vaak zo afgelegen dat het ondernemen van actie tegen deze onmenselijke praktijken vaak geen prioriteit heeft. Ook kan corruptie en omkoping een rol spelen. Overheden willen soms wel actie ondernemen maar het ontbreekt hen aan de middelen om in te grijpen. Anderen doen hun best om deze gedwongen vorm van arbeid voor de buitenwereld te verbergen, omdat ze bang zijn dat buitenlandse bedrijven met hen geen zaken meer willen doen als de horen over deze schendingen van mensenrechten.
Solidaridad zet zich al jarenlang in om deze moderne vorm van slavernij uit te bannen.
Zo lanceerden zij al in 2010 de campagne ‘Op weg naar Goed Goud’ en hebben ze samen met lokale partners in Peru een project opgezet om te onderzoeken hoe de verduurzaming van de goudsector een bijdrage kan leveren aan het tegengaan van deze vorm van slavernij.

Ontbossing

Goudwinning gaat ook vaak gepaard met ontbossing. Een studie van de Universiteit van Puerto Rico naar de mate van ontbossing in Suriname, Frans-Guyana, Guyana, Brazilië, Ecuador, Peru, Colombia, Venezuela en Bolivia toont aan dat in 12 jaar tijd 1.680 km2 aan tropisch bos verloren ging door ontbossing ten behoeve van landbouw, goudwinning en illegale houtkap. Tegenwoordig vindt monitoring van ontbossing als gevolg van goudmijnactiviteiten plaats via hoge resolutie satellietbeelden. De goudwinning vernietigt niet alleen bossen, maar ook de bodem wordt verstoord, wat weer leidt tot verlies aan biodiversiteit. Projecten die moesten leiden tot herbebossing in deze gebieden bleken onmogelijk omdat na de goudwinning een lateriet woestijn achterbleef, met slechts hier en daar wat groepjes bospapaja en gras.

Hoop

Maar er is ook hoop. Op veel plaatsen in de wereld – bijvoorbeeld in Peru, Bolivia en meerdere Afrikaanse landen – wordt gewerkt aan een schonere en veiliger winning tegen een fatsoenlijke prijs. In het westen werd een certificering ontwikkeld, waardoor elke fase in het proces gecontroleerd wordt, tot aan de werkbank van de goudsmid toe. Een aantal goudsmeden werkt zoveel mogelijk met ‘fair trade’ goud, maar helaas is daar niet altijd genoeg van op de markt. Hopelijk zijn ook consumenten bereid om meer te betalen zodat uiteindelijk iedereen, maar vooral de mijnwerkers en hun families, er beter van worden.